Van de trainers
Elke trainer verklaart zich te houden aan volgende afspraken:
- Iedere speler die meetraint, heeft evenveel speelgelegenheid. “Iedereen start en speelt evenveel”. “Iedereen leert en wint evenveel”. Vanaf U15 speelt iedere speler die meetraint, minstens 50%.
- De trainer hanteert opleidingsgerichtheid in plaats van resultaatgerichtheid, je laat de spelers voelen dat je ze wilt helpen. Je stelt “FUN” voorop en spreekt de taal van het kind.
- Tijdens trainingen, de wet van de transfer: wedstrijdvormen als het kan, tussenvormen als het moet.
- De trainer moedigt de spelers positief aan en vermijdt negatieve coaching. Een positieve coaching zorgt voor succeservaringen en bevordert het FUN aspect.
- Elke speler is even belangrijk. De trainer geeft de uitleg en de demo steeds voor allemaal samen, en zorgt er ook voor dat hij iedereen ziet en dat alle spelers de uitleg horen of de demo zien.
- De trainer tracht steeds de uitleg en demo kort te houden om zo de oefening snel en vlot te laten starten.
- De trainer laat tijdens de oefening de spelers zelf de sterke en zwakke punten van de uitvoering van de oefening vaststellen. “Wie kan …?” is een uitdagende vorm om spelers aan te moedigen. De trainer tracht deze vorm ook aan te houden om zijn spelers te laten ontplooien.
- De trainer probeert om tijdens de wedstrijd (vormen) geen instructies te geven aan de speler aan de bal voordat hij zijn actie verricht. Zo laat hij de speler zelf de oplossing vinden.
- Bij een individueel gesprek met de speler (na of tijdens een training) worden de doelstellingen geëvalueerd. Ga voor een open gesprek waarbij de speler ook actief is en het dus geen luistergesprek wordt.
- De trainer waakt over de goede sfeer en het volgen van de (interne) reglementen.
- We zijn één club. Samenwerking en dialoog tussen trainers onderling en tussen de trainer en de sportieve cel staan hierbij centraal.
Dit charter is gebaseerd op de KBVB-leidraad “10 geboden van de jeugdtrainer”